“Wat een rotwijf. De manier waarop ze tegen mij praat, dat is toch niet normaal!” Zomaar een uitspraak uit een coachingsgesprek dat ik deze week voerde. Maar het had net zo goed een uispraak kunnen zijn uit minstens de helft van mijn coachingsgesprekken.

Volwassen professionals
Op mijn werk begeleid ik twintigers die in het derde jaar van hun studie stage lopen. Tijdens deze stage zijn ze voor het eerst helemaal zelf verantwoordelijk als het gaat om het begeleiden van mensen en het bevorderen van hun levensgeluk. Dat betekent nogal wat. Het vraagt dat ze de juiste professionele vaardigheden op een goede manier inzetten, dat ze professioneel samenwerken en dat ze kunnen kijken naar hun eigen aandeel.

Coaching-gesprekStagnatie
De lat ligt dus hoog. De studenten voelen een behoorlijke druk om goed te presteren. Dat vind ik ook belangrijk, want het is hun leerproces en ik wil dat ze daar verantwoordelijkheid voor nemen. Een deel van de studenten pakt dat goed op en rondt de stage relatief soepel af. Maar bij minstens de helft van de studenten is er sprake van stagnatie, bijvoorbeeld omdat ze niet weten hoe ze zich moeten positioneren als professional of omdat er sprake is van een conflict met een collega.

Vastlopen in patronen
Dan ga ik samen met de student verkennen hoe het komt dat ze stagneren. Na enig doorvragen komen er dan uitspraken als: “Wie ben ik als stagiaire?”, “Ik wil me niet boven de ander plaatsen!” of “Ik ben bang om het fout te doen!” Vervolgens probeer ik nog een laagje dieper te komen door ze te vragen waar dat idee dan vandaan komt. En dat wordt het een stuk ingewikkelder. Want dat vraagt dat ze bepaalde patronen in hun persoonlijkheid en communicatie doorzien. En dat is lastig.

Ik-toestanden
Vaak haal ik er dan een model uit de persoonlijkheidsleer (transactionele analyse) bij. Volgens dit model is iedere persoonlijkheid opgebouwd uit drie ik-toestanden: de ouder, de volwassene en het kind. Binnen de posities van ouder en kind worden er nog twee sub-toestanden onderscheden. Dit zijn de voedende en de kritische ouder en het vrije en het aangepaste kind. In het onderstaande figuur worden per ik-toestand enkele positieve en negatieve persoonlijkheidskenmerken beschreven.

TAEen belangrijk uitgangspunt is dat gedrag vanuit een bepaalde positie vaak een reactie vanuit een tegenovergestelde positie oproept. Een kritische ouder roept aangepast kind-gedrag op en vice versa. Een voedende ouder roept vrij kind-gedrag op en vice versa. Volwassen gedrag roept volwassen gedrag op. Dit worden complementaire reacties genoemd. Dit gebeurt tussen mensen, maar kan ook de vorm van een interne dialoog hebben.

Herkenning
Zodra ik dit model heb geschetst en toegelicht ontstaat vaak herkenning bij de studenten. Want dat gedrag dat ik laat zien, dat is inderdaad aangepast kind-gedrag (klagen, passiviteit, wegcijferen). En het klopt; ik heb in mijn omgeving veel personen gehad die kritisch ouder-gedrag vertoonden, bijvoorbeeld een veeleisende ouder, een leerkracht die negatieve feedback gaf of klasgenoten die me pestten. Dus heb ik mezelf geleerd om me aan te passen. Een waardevol inzicht dat vaak ook met de nodige emoties gepaard gaat. Want ineens snappen ze hoe het komt dat ze vastlopen en wat ze er aan kunnen doen om dit te doorbreken.

Ik-toestand van de generatie Y
Voor de meeste leden van de generatie Y geldt dat ze liefdevol en ondersteunend zijn opgevoed. Denk nou niet dat je daardoor als volwassene perse beter af bent. Kijk nog maar eens naar het figuur. Voedend ouder-gedrag kan ook negatief vrij kind-gedrag oproepen. En dat kan bijvoorbeeld  leiden tot grenzeloos gedrag: je wilt alles hebben, en wel meteen. Laat dat nou typisch iets zijn van de generatie Y: zelfs als het niet kan, willen ze toch alles. Carrière, reizen, feesten, huis verbouwen, sporten, en het liefst allemaal tegelijkertijd. Of het kan zomaar zijn dat je moeite hebt met het omgaan met teleurstellingen. En als het ‘echte’ leven dan niet zo geweldig blijkt te zijn als je dacht (wat vaak ook zo is), hoe ga je daar dan mee om? Dit verklaart voor een groot deel waarom  driekwart van de hoogopgeleide twintigers en dertigers een quarterlifecrisis heeft.

Hoe volwassen ben jij?
Als je nou merkt dat je ontevreden bent over (een aspect van) je leven, dan kan dit model je helpen. Merk om te beginnen op dat er iets niet gaat zoals je dat graag wilt. Vervolgens kan je aan de hand van dit model bekijken of je in een negatief ouder-kind-patroon zit. Is dat zo, dan kun je dat patroon ‘kruisen’. In plaats van als kind of ouder te reageren, reageer je als volwassene. Dat zorgt voor een breuk in de communicatie en nodigt je gesprekspartner uit om ook in een volwassen positie te komen. Dat is fijn omdat je dan zonder waardeoordeel en zonder directe gevoelslading kunt praten over dat wat je denkt, voelt en doet. Je ben heel erg in het hier en nu. En laat dat nou net de plek zijn waar je het gelukkigst bent!

%d bloggers liken dit: