Met veel interesse en de nodige verbazing heb ik de afgelopen week de hele LION-ontwikkeling op LinkedIn gevolgd. Heb je het niet meegekregen? LION staat voor LinkedIn Open Networker en betekent dat je open staat voor het linken met mensen die je nog nooit hebt ontmoet. Dus lees ik posts van mensen die vol trots melden ál 15.000 contacten te hebben, reacties daarop van mensen die niet begrijpen wat je daar nou aan hebt (en daarom uitgemaakt worden voor ‘oude man’) en artikelen waarin (zelfverklaard) LinkedIn-experts uitleggen waarom dit wel of niet zinvol is. Een invalshoek die ik nog niet voorbij heb zien komen is of je nou ook een beter en gelukkiger mens wordt van zoveel contacten.
Essena O’Neil
Laat ik om te beginnen kort iets vertellen over de Australische Essena O’Neil. Eind 2015 zette deze toen negentienjarige Instagram-ster een filmpje online waarin ze aankondigde haar Instagram-account met een half miljoen volgers te sluiten. Ze merkte bij zichzelf dat ze vooral bezig was met het krijgen van likes en volgers en daardoor geen dingen deed die die ‘echt en liefdevol’ waren. Het stoppen met jagen op likes gaf haar het gevoel dat ze vrij was. Het filmpje werd – onbedoeld – een hit op social media. Blijkbaar raakte ze een gevoelige snaar.
Verslavend
Het online gedrag van Essena is goed te verklaren omdat elke like, elke nieuwe volger en dus ook elke nieuwe connectie of iew van je post in je hersenen een shotje dopamine aanmaakt. Dat geeft een kort euforisch gevoel, maar is ook erg verslavend. Dus wil je steeds meer connecties of views. En ga je online dingen doen waarvan je weet dat je daarop veel reactie krijgt. Ik vermoed dat dit ook gebeurt bij al die LION’s die vol trots melden dat ze al 15.000 connecties hebben, of op één dag maar liefst tientallen uitnodigingen hebben gekregen. Ik snap dat je daar een kick van krijgt, want zelf krijg ik graag ook veel views op mijn blogs. Maar vervolgens zit ik wel elke dag meerdere keren op LinkedIn te kijken wat de reacties zijn. Van dat onrustige gedoe word ik nou niet bepaald gelukkig…
Statusangst
Wat hier ook een rol speelt is het fenomeen statusangst. Volgens de Zwitserse filosoof Alain de Botton is dit een belangrijk aspect van de hedendaagse maatschappij en duidt het op het gevoel gefaald te hebben als mens omdat we het zo op het eerste gezicht minder doen dan onze buurman die een mooiere auto heeft, of minder dan die ene gast op LinkedIn met al die connecties. Het zal mij niet verbazen dat er bij veel LION’s sprake van is statusangst. Dan is het dus prettig als je ook veel connecties hebt, want dan doe je het in ieder geval niet minder. En versterk je voor jezelf het idee dat LinkedIn je gaat helpen om succesvol te zijn op jouw werkterrein. Maar of dat ook echt zo is?
Wel of niet lezen?
Dit zette mij aan het denken. Wat is voor mijn de reden om bepaalde berichten op mijn feed wel te lezen en andere juist niet? Ik merkte dat ik met name berichten lees van mensen die ik ken en aan wiens mening ik waarde hecht. Of berichten die door diezelfde mensen geliket zijn of waar zij op gereageerd hebben. Zo was het hele LION-gebeuren misschien wel aan mijn aandacht voorbij gegaan als niet juist die ene ‘oude man’ uit mijn netwerk, die ik heb leren kennen als iemand met een waardevolle mening, zo fanatiek reageerde op al die jubelende posts van LION’s.
Kwaliteit boven kwaliteit
Hoe bepaal je nu of iemand een waardevol contact voor je is? Kijk je dan naar kwantiteit of naar kwaliteit? Om antwoord te geven op deze vraag maak ik gebruik van het onderstaande waarden- en prestatiemodel van Jack Welch, oud-CEO van General Electric. Volgens hem kunnen we ons het best omringen met mensen met wie we dezelfde waarden delen, mensen die zich aan de rechterkant van de matrix bevinden dus. Je hebt in het contact dan altijd een gedeelde waardenbasis om op terug te vallen en dat is prettig. Als je jezelf omringt met mensen met wie je niet alleen dezelfde waarden deelt, maar die je ook nog eens stimuleren het beste uit jezelf te halen, mensen die zich rechts bovenin de matrix bevinden, dan ben je beste af. Die helpen je om gelukkig te zijn.
Waar het volgens Welch vaak misgaat is dat we geneigd zijn te veel naar de resultaten kijken en dat we ons daarom ook willen omringen met mensen die zich links bovenin de matrix bevinden. Met mensen die veel succes hebben, of lijken te hebben, zoals al die LION’s. In eerste instantie is dat verleidelijk, want we associëren ons graag met succes. Totdat blijkt dat diegene er hele andere waarden op na houdt en niet echt in jou en jouw belangen geïnteresseerd is. Grote kans dat het contact uiteindelijk niets oplevert.
Dit model zegt dus niet dat er iets mis is met het openbeperkt openstellen van je LinkedIn-netwerk. Het maakt wel duidelijk dat het belangrijk is om eerst na te gaan of de persoon met wie jij jezelf verbindt er ook dezelfde waarden op nahoudt. Dan helpt het enorm als je niet zomaar elkaars uitnodiging accepteert, maar dat je eerst contact hebt om na te gaan of jullie wel een klik hebben. Kwaliteit boven kwantiteit dus.
De ideale hoeveelheid contacten
In de discussie over het LION-fenomeen zag ik regelmatig het argument voorbij komen dat het praktisch gezien ondoenlijk is om met 15.000 mensen het contact te onderhouden. Reken maar eens mee. Stel je voor dat je met iedereen maandelijks 5 minuten contact wilt hebben. Dat komt neer op 40 contacten per dag, waar je vervolgens ruim 3 uur aan kwijt bent. Vind ik veel.
Niet alleen vraag die grote hoeveelheid connecties iets van onze tijd. Het vraagt ook breincapaciteit om alle prikkels die we daardoor krijgen te verwerken. Hoe groot is die capaciteit? Met andere woorden: met hoeveel mensen kunnen we kwalitatief goede relaties onderhouden?
De Britse evolutionair antropoloog Robin Dunbar deed hier in jaren negentig onderzoek naar. Hij berekende op basis van de grootte van onze neocortex, een onderdeel van ons brein, hoeveel menselijke relaties we kunnen onderhouden. Het is een vrij ingewikkelde berekening, maar het komt er op neer dat ons mensenbrein met een maximum aantal van 147,8 mensen overweg kan, afgerond op 150. Heb je contact met 150 mensen of minder, dan zit je in je comfortzone. Heb je meer contacten, dan begeef je jezelf in de paniekzone. Af en toe kan dat, maar niet structureel. Dat leidt tot stress en als je niet oplet tot een burn-out. Daar wordt je echt niet gelukkig van.
Contact!
Zelf kreeg ik de afgelopen weken ook verschillende uitnodigingen van mensen die ik niet ken. Sommige met toelichting en die heb ik allemaal geaccepteerd. Ook een aantal zonder toelichting. Die mensen kregen van mij een berichtje terug met de vraag waar ik de eer aan te danken had. Van twee mensen kreeg ik antwoord en zijn er wat berichten uitgewisseld. Met één had ik ontzettend leuk contact. Van haar weet ik nu bijvoorbeeld dat ze twee jongens heeft die op dinsdagavond voetballen en dat ze dan even erg druk is (pas op, dit kan zomaar tot ongeluk(ken) leiden). Verder weet ik dat ze recent haar passie is gaan volgen en binnenkort haar eerste thriller uitbrengt (daar word je dus erg gelukkig van). Tot slot kreeg ik tips over het uitgeven van mijn boek over hoe je als twintiger en dertiger kunt leren om vaker gelukkig te zijn. Van zo’n contact word ik dus echt gelukkig! Grote kans dus dat ik haar boek ga lezen.
Ik laat me graag overtuigen
Kortom, ik sta open voor nieuwe connecties. Maar ik ga wel voor kwaliteit boven kwantiteit. Ik ben liever een klein aaibaar katje in plaats van zo’n grote en machtige LION. Maar mocht deze blog – dankzij al die LION’s – nu toch erg veel views krijgen, ik zit zelf te denken aan zo’n 100.000, dan ben ik van harte bereid om mijn standpunt te heroverwegen!